PICNIC heeft zijn bruggenhoofd in het Noorden
Ze zijn al een vertrouwd beeld in de straten van Leeuwarden: de bezorgautootjes van online-supermarkt Picnic. Sinds half augustus kunnen inwoners van Leeuwarden en directe omgeving hun boodschappen online bestellen én thuis laten bezorgen. Leeuwarden is de eerste plek in de drie Noordelijke provincies waar Picnic boodschappen bezorgt. Ondernemend Leeuwarden sprak met medeoprichter Michiel Muller. Hij is enthousiast over de start: “De hub van waaruit we onze boodschappen bezorgen is helemaal op orde en we hebben inmiddels 1500 klanten. We groeien iedere week, de vraag is groter dan we aankunnen, dus er is een wachtlijst. En nu we een bruggenhoofd in het Noorden hebben kunnen we snel uitbreiden.”
De verwachtingen zijn ronduit goed. Picnic weet dan ook veel over de markt. “We starten altijd vanuit onze data-analyse. We hebben eigenlijk drie type klanten. Klanten die al bij ons bestellen, klanten die op de wachtlijst staan en de laatste – voor ons een heel belangrijke – klanten die de bestel-app al hebben gedownload maar wonen in een gebied waar we nog niet bezorgen. Daarom zijn we ook in Leeuwarden gestart, door onze data-analyse konden we zien dat er veel belangstelling was voor onze service.”
Lokale producten ook welkom bij Picnic
In Friesland doen we veel in de landelijke foodmarkt, bijvoorbeeld Royal Koopmans, FrieslandCampina, Royal Steensma, Meesterbakkers van der Meulen en Hellema koekjes. Maar we zien ook dat de kortere ketens, meer regionale producten in de supermarkten belangrijk zijn, wat is jullie filosofie daarin?
“Wij doen veel met regionale producenten want we zien dat de consumenten dat mooi vinden, lokale producten vinden mensen superleuk. Als je als local producten wilt leveren aan Picnic zijn er wel een paar dingen belangrijk. Constante kwaliteit bijvoorbeeld, want onze klanten verwachten dat. En de productie hoeft niet groot te zijn, maar wel betrouwbaar: als je aangeeft iedere week 40 kilo kaas te kunnen leveren, dan moet die er inderdaad elke week zijn. En een ander belangrijk punt voor regionale aanbieders is dat we onze hub in Leeuwarden nu bevoorraden vanuit Apeldoorn, dus het moet daar geleverd kunnen worden. Daar gaat trouwens binnenkort wel verandering in komen, er komt een distributiecentrum dichterbij, dan is het ook makkelijker voor regionale leveranciers om te leveren.”
Het melkboerrondje: minimale vervoersbewegingen
Jullie bezorgservice is volgens een vaste ronde en jullie werken veel samen met andere partijen, zoals met DHL voor de retourpakketjes die door jullie bezorgers worden meegenomen. Dat lijkt een mooie samenwerking?
“Ja, dat is zo, klanten vinden dat heel logisch en heel makkelijk natuurlijk. En zo zorgen we ook weer voor vermindering van verkeersbewegingen in de wijken. Dat hebben we natuurlijk al omdat we ons zogenaamde ‘melkboerrondje’ rijden, dus we rijden al ontzettend efficiënt. Onze autootjes rijden ook elektrisch en hebben daardoor een beperkte actieradius, dat dwingt je natuurlijk ook om heel goed te plannen.”
Markt online boodschappen doen in de kinderschoenen
Er rijden nu vier Picnic wagentjes in Leeuwarden, hoeveel worden dat er straks als het aan jou ligt?
“Een stuk meer. Picnic heeft nu zo’n 1500 autootjes in gebruik en dat zal zeker groeien omdat de markt ook groeit. Alle onlinemarkten groeien nog steeds, elektronica, mode, noem maar op. Maar boodschappen doen vanaf de bank staat natuurlijk nog relatief in de kinderschoenen. De markt voor boodschappen is echter even groot als al die andere markten bij elkaar. Dan kun je je wel voorstellen dat er achter elke procent die straks niet meer uit de supermarkt komt, maar wordt thuisgebracht een ongelooflijke hoeveelheid werk zit. Daarom is ons melkboer rondje belangrijk, omdat je anders veel te veel busjes in de wijk krijgt.
Picnic nog geen last van schaarste
Personeel, grondstoffen, energie, overal heerst schaarste momenteel. Hoe gaat dat bij jullie, met jullie autootjes bijvoorbeeld?
“Dat gaat gelukkig heel goed. We hebben het autootje zelf ontwikkeld en deze wordt afgebouwd door lokale installatie- en carrosseriebedrijven.” En personeel dan? “Ja dat is ook interessant. Supermarkten hebben ongeveer 12 miljoen mensen in dienst, die ook nog allemaal gratis werken. Dat zijn wij namelijk. Als consument. We vullen zelf ons mandje in een magazijn dat we een supermarkt noemen. En we brengen het ook nog zelf naar huis. Picnic neemt dat werk over en daarvoor hebben we veel mensen in dienst genomen. Het zijn nieuwe arbeidsplaatsen en dat betekent dat er ook veel mensen gezocht moeten worden. Daarom is een studentenstad als Leeuwarden ook heel aantrekkelijk voor Picnic. We hebben een groeiend aantal mensen nodig en voor studenten is een bijbaan bij Picnic ontzettend leuk. Ze zien ontzettend veel van het bedrijf. Je krijgt van alles mee van de processen, we delen heel veel data over het aantal bestellingen en het bezorgproces en zo is iedereen enorm betrokken. Het is voor studenten heel interessant om dat ook een beetje mee te krijgen.”
Schudden aan monopolies
We kennen jou als ondernemer die graag aan monopolies loopt te schudden, zowel met de onbemande tankstations Tango als met Route Mobiel, het alternatief voor de ANWB wegenwacht. Wat is het volgende monopolie waar je warm voor loopt?
“Haha, voorlopig ben ik nog met Picnic bezig hoor. Maar bijvoorbeeld de zorgmarkt, daar zit nog wel wat in. In coronatijd is er veel veranderd in korte tijd, op de online markt maar ook qua acceptatie van technologie. Zorg en onderwijs hebben een grote stap moeten maken, overheid ook. En in de zorg zijn veranderingen doorvoeren nog best ingewikkeld. Het DNA van de mensen die in de zorg wensen is niet bepaald het DNA van mensen die verandering nou per se heel leuk vinden. Corona heeft mensen echt gedwongen om dingen anders te doen. Het kan dus wel, dingen veel efficiënter regelen. Ik denk dat hybride vormen daarin ook heel goed werken, technologie en mens samen. Maar voorlopig ben ik dus nog wel heel druk met Picnic. We zijn ook open gegaan in Frankrijk, daar is ook nog veel te doen! En in Duitsland, waar we sinds 2018 actief zijn, staat ook veel op de planning. Wat dat betreft heb ik ook complimenten aan gemeente Leeuwarden. De snelheid ligt daar wat hoger dan bij sommige lokale Duitse overheden. We wilden in Leeuwarden een hub openen en konden direct beginnen.”
‘The best is yet to come’ voor Friesland
Kenmerkend aan de regio Leeuwarden is de actieve agrofood- en watertechnologiesector. We zijn ook voortdurend bezig met grote thema’s als bodem, water, gezondheid en brede welvaart voor deze regio aan elkaar te koppelen, de zogenaamde Blue Delta. We zien ook dat onze regio populair is bij mensen uit het westen. Welke kansen zie jij voor deze regio voor de komende vijf jaar?
“Dat is een leuke. Je ziet een steeds grotere drang van mensen om gezonder te leven en liefst ook in een omgeving waar het gezonder is. Friesland is natuurlijk een plek waar dat echt tot uiting komt. Ik geloof er echt in voor Friesland: ‘the best is yet to come’, ook omdat steeds meer mensen ‘buiten’ willen gaan wonen – zoals dat zo mooi heet – meer de rust zoeken. Dat heeft corona ook wel een beetje gebracht, veel mensen willen niet meer hutjemutje op elkaar wonen. Maar goed, het centrum van Leeuwarden is ook niet heel rustig natuurlijk.”
We kennen een beetje een paradox in Friesland, de koopkracht en de inkomsten zijn lager, maar de geluksbeleving is groter. Mensen in deze regio zijn met minder blij. En dat is aantrekkelijk, zeker gezien de tijd waaruit we komen.
“Dat klopt echt. Als je kijkt naar dingen die mensen echt belangrijk vinden, zoals zorg, dat is hier allemaal heel goed geregeld, wat heb je nu eigenlijk allemaal nodig?”
Er gebeurt meer in Leeuwarden
Zijn er nog dingen die je ons mee wilt geven?
“Jazeker! Ik kende Leeuwarden eigenlijk helemaal niet zo goed. De bedrijvigheid in jullie regio is voor de gemiddelde westerling soms een beetje een verrassing, met name ook de innovatie. Mensen weten eigenlijk niet goed wat hier allemaal gebeurt. Daar aandacht voor krijgen is misschien wat ingewikkelder hier, want wat er in de randstad gebeurt trekt toch vaker de aandacht, terecht of niet. Veel mensen denken Friesland, daar kun je mooi zeilen en je hebt er mooie vakantiehuisjes, maar er gebeurt hier veel meer dan dat. Het zit misschien wat in de aard van het beestje van de Fries, niet zo hard roepen over wat hier allemaal gebeurt. Maar dat is zonde. Zo hoorde ik pas net over Wetsus en de WaterCampus. Het is slim en logisch om die stap te gaan zetten in de hoofden van mensen: er gebeurt meer in Leeuwarden.”
