Vier jaar nadat Leeuwarden Culturele Hoofdstad van Europa was – lanceren Post-Plaza Hotel & Grand Café directeuren Herman Schreuder en Annelies Douwstra een volledig nieuw overnachtingsconcept in het naastgelegen pand aan de Tweebaksmarkt in Leeuwarden: Via Via – just a room. Gericht op een doelgroep – met de persona ‘Nora’ omschreven – die zelfstandig de omgeving verkent, van alle gemakken voorzien wil zijn, van culturele activiteiten houdt en van festivals. Nora is ook dol op lekker eten, nieuwe dingen ontdekken, citytrips en wil zoveel mogelijk gelukkige momenten creëren. En daar is Via Via een prachtige uitvalsbasis voor, een bijzondere overnachtingsplek voor destinatie Leeuwarden: alleen een kamer, geen receptie, geen bar, geen restaurant maar je kunt wel een ontbijtje scoren in de selfservice shop.
“We hadden met de overname van Post-Plaza in 2013 nog best een conservatieve inslag – het was spannend genoeg om een hotel van dit niveau in Leeuwarden te openen. Dat het een goede keus was bleek in december 2015, toen kwamen er nog eens 42 kamers bij en opende het GrandCafé. Dat was echt bulls-eye, een schot in de roos. Ons hotel is nu echt een destinatie op zich, mensen gaan daar heen voor het Post-Plaza gevoel,” vertelt Annelies Douwstra. Het hotel floreert, heeft de coronatijd goed doorstaan. Net als Leeuwarden: “We merken echt dat Leeuwarden een nieuwe destinatie is geworden na de rush van 2018. Corona gooide tijdelijk wat roet in het eten maar de trek naar Leeuwarden als populaire bestemming voor city-trips kwam net zo hard terug. De vibe die er hangt maakt dat we het aandurfden om Via Via te starten.”
Herman Schreuder vertelt enthousiast over het concept: “Bij Via Via slaan we alle formaliteiten over die de gast ook prima zelf online kan doen, zoals inchecken. Maar er staat wel gelijk een gastheer voor je klaar zodra je binnenkomt in de grote gezellige woonkamer, zoals we de foyer hier noemen. Een gastheer die je gelijk thuis laat voelen en je wegwijs maakt als dat nodig is, een beetje als bij een B&B. We kijken hoe we gastheerschap op een andere manier in kunnen zetten. Dat is echt een ontwikkeling in hospitality die je al meer ziet in grote steden en waar we in het Noorden mee vooroplopen.”
Culturele hoofdstad: de kapstok waar je je jas aan ophangt
“In de aanloop naar 2018, vanaf 2014 ongeveer zag je al veel mooie dingen gebeuren in de stad. De focus lag op de leefbaarheid in de stad, het verbeteren van de infrastructuur, de aanleg van de Haak, de herinrichting van het stationsgebied, het Wilhelminaplein. Culture Hoofdstad werkte echt als een katalysator, de kapstok waar je je jas aan ophangt. En daar plukken we nog steeds de vruchten van,” vertelt Herman. Annelies: “Al in 2015 begonnen we met de plannen voor dit pand, het oude KPN-gebouw vlak naast Post-Plaza. Allerlei ideeën zijn de revue gepasseerd: van foodhal tot luxe appartementen, combinaties met bedrijfsleven en onderwijs, er is heel wat bedacht. Uiteindelijk kwamen we toch weer op het eerste plan uit: hotelkamers. Maar dan wél anders, want Post-Plaza loopt erg goed, maar we hoeven er niet nog eens 74 kamers bij. En we wilden het concept niet kopiëren, geen concurrent van onszelf worden.” Herman: “Er is behoefte aan diversiteit in de markt. Je moet vooruit durven kijken, toekomstbestendig ondernemen. Want er gebeurt van alles om ons heen, kijk maar naar de krappe arbeidsmarkt.
Soepel bouwproces
Aan de achterzijde van het pand worden 183 studentenwoningen gerealiseerd. Samen met de gemeente en bewoners is tijdens het hele traject goed gekeken wat de leefbaarheid in de buurt ten goede komt. “Het scheelde dat Post-Plaza goed bekend staat in de buurt, want er verandert natuurlijk nogal wat voor omwonenden. Het was fijn om tijdens de bewonersinformatieavonden te merken dat het vertrouwen er was. We konden los!”
De entreehal van het pand is aangemerkt als gemeentelijk monument. “Deze hebben we in goed overleg met de gemeente en onze interieurarchitect in ere weten te houden en het is een prachtige binnenkomer. Het hele bouwproces liep gelukkig soepel, uiteindelijk waren de vergunningen bij de gemeente rond en konden we half september open. En zonder nog veel aan marketing te hebben gedaan loopt het al erg goed met de boekingen,” vertelt Herman.
Plenty kansen voor de stad
Of Annelies en Herman nog iets voor de stad op hun wensenlijstje hebben de komende tijd? Annelies – gretig – : “Aantrekkelijke blockbusters net als in 2018 in het Fries Museum. Dat is waar ‘Nora’ voor naar Leeuwarden komt. Unieke belevenissen.” Herman: “Maar dat kan ook heel klein zijn, die belevenissen. Lokale initiatieven blijven vaak heel lokaal. Kijk maar naar jaarmarkten, dorpsfeesten, het straatfestival, iepenloftspullen. Allemaal dingen die heel specifiek zijn voor onze regio en heel authentiek. Als we naar Frankrijk gaan willen we de plaatselijke marktjes bezoeken toch? Dat wil de toerist hier ook. Maar die events bereiken de toerist vaak niet, de promotie hiervoor is veelal lokaler gericht.”
“En funshoppen. Dat is echt een ding!” merkt Annelies op. “We zitten hier nog iets te klassiek in de wedstrijd. Als je hier op zondag of koopavond soms rondloopt in de binnenstad dan kun je een kanon afschieten. Dat moet echt anders. Ook in de avonden zou er iets moeten gebeuren, winkels zouden later open moeten zijn. Dat je na een hapje eten nog even kunt shoppen. En het blurring-concept: de kledingzaak waar je ook een lekker speciaalbiertje kunt drinken, is ook heel populair in andere steden. Dat missen we in Leeuwarden.”
Cultuur moet ondernemers eerder aanhaken
“En wat ook heel belangrijk is: de plannen die gemaakt worden voor bijvoorbeeld Arcadia. Je moet de ondernemers veel eerder betrekken. Creatievelingen blijven lang in het creatief proces zitten. Terwijl de ondernemer vaak denkt: ‘wat levert het op, wat krijg ik ervoor? Voor wie doen we het?’ Het geld dat besteed wordt is gemeenschapsgeld. De ondernemer wil graag en in een veel eerder stadium meedenken over de marketing. Dat is me echt opgevallen hier in Leeuwarden, de enorme bereidwilligheid van de ondernemers om áán te gaan. Daar kun je veel meer gebruik van maken. De typische Rotterdamse Niet Lullen Maar Poetsen-mentaliteit, die voel ik in de stad. En daar moeten we aan vasthouden,” besluit Herman.
Via Via – just a room
